Context en relevantie
Leveranciers spelen een cruciale rol in de duurzaamheid van het transport over de laatste kilometer naar Campus Heijendaal. Zij vervoeren immers de goederen naar de klanten op de campus. Vaak zijn zij degenen die het transport organiseren en dus bepalen al dan niet een logistiek overslagpunt te gebruiken in de vorm van een stadshub. Als ze over een eigen wagenpark beschikken, bepalen ze ook zelf welke voertuigen worden ingezet. Daarnaast hebben de SLA’s die zij afsluiten, met name de snelheid en regelmaat van levering, gevolgen voor de (niet-)duurzaamheid van de laatste transportkilometer. Het is essentieel om te begrijpen welke factoren van invloed zijn op de (niet-)duurzaamheid van keuzes die leveranciers maken als het gaat om de laatste transportkilometer. Als we dat weten, kunnen we de duurzaamheid van hun keuzes verbeteren. Een van deze factoren is het gebruik van stadshubs door leveranciers. In deze samenvatting gaan we in op deze factor. Andere factoren en belanghebbenden die de duurzaamheid van de laatste transportkilometer beïnvloeden, worden in andere living lab onderzoeken behandeld.
Onderzoeksvraag
Waarom besluiten leveranciers (geen) gebruik te maken van de stadshub bij de levering van hun goederen aan Campus Heijendaal? Onder welke omstandigheden zouden zij de hub wel gaan gebruiken als zij dat nog niet doen?
Onderzoekaanpak
Vertegenwoordigers van de drie instellingen van de campus hebben interviews gehouden met leveranciers. De onderzoeksgroep KennisDC Logistiek heeft een vragenlijst verstrekt aan de vertegenwoordigers van de campus. Zeven leveranciers werden uitgenodigd voor een interview. Zes leveranciers hebben deelgenomen. De interviews werden in juni en juli 2021 gehouden.
Resultaten
Algemeen
Toekomstplannen
Drie van de zes leveranciers geven aan dat zij willen investeren in het emissievrij maken van hun eigen wagenpark. De reden is dat zij al beschikken over een eigen distributienetwerk, bestaande uit distributiecentra (hubs) verspreid over het land en efficiënte routes naar hun klanten. Een van deze drie wil behalve zijn wagenpark emissievrij maken, ook gebruikmaken van een stadsdistributiecentrum. Een andere leverancier is van plan gebruik te blijven maken van een logistiek dienstverlener (3PL) en de bijbehorende hubs voor zijn distributie. De plannen van de resterende twee leveranciers blijven onbekend.
Redenen om de hub niet te gebruiken
- Hogere kosten, met name wanneer de leverancier al over een eigen efficiënte distributiestructuur beschikt
- Langere levertijden als gevolg van de extra stop
- De hub biedt geen meerwaarde qua dienstverlening aan de klant
- Problemen op het gebied van risico’s en verantwoordelijkheid
- Geen track en trace
- IT van hub sluit niet aan bij IT van leverancier
- Geen nationale hub exploitanten leveranciers moeten voor elke stad aparte regelingen treffen, wat veel rompslomp geeft
Factoren die het gebruik van hubs stimuleren
- In aanbestedingen het gebruik van hubs verplicht stellen
- Gebruik van methoden als integrale rapportage en true pricing, d.w.z. externe kosten meewegen, zodat de extra financiële lasten van een hub kunnen worden afgezet tegen extra milieubaten
- Prijsstelling wijzigen. Een tarief per collo is niet aantrekkelijk wanneer een leverancier veel colli heeft. Een bijkomende vergoeding per adres is niet aantrekkelijk wanneer adressen naast elkaar liggen.
- Gebruik en daarmee de hub-volumes verhogen door toename van het aantal (grote) klanten
- Het aantal leveringsdagen verminderen
- Bedrijfsprocessen en IT-infrastructuur standaardiseren (nationaal)
- Problemen op het gebied van risico en verantwoordelijkheid oplossen
- Zones en voorschriften voor zero-emissie stadslogistiek (ZES)
Gevolgen voor doelstellingen Living Lab
Duurzaamheid
Emissies van voertuigen naar en van de campus kunnen drastisch omlaag als leveranciers besluiten de hub te gebruiken. Op nationaal niveau echter zullen de emissies alleen dalen als leveranciers de hub kunnen gebruiken voor veel / de meeste / alle andere klanten in de omgeving van de hub. Als zij eerst moeten stoppen bij de hub en daarna nog steeds de stad in moeten voor andere klanten zou dat er in het slechtste geval zelfs toe kunnen leiden dat de emissies op nationaal niveau stijgen. En als zij naar de campus moeten voor serviceactiviteiten, doet dat ook afbreuk aan de voordelen van het hub-gebruik.
Leefbaarheid
Het aantal voertuigen naar en van de campus kan drastisch worden verminderd als leveranciers besluiten de hub te gebruiken. Dit heeft een positieve invloed op de leefbaarheid.
Kosten
Leveranciers voorzien dat de kosten gaan stijgen. Of en onder welke omstandigheden dat klopt, is onderwerp van ander onderzoek. Maar omdat gedrag gestuurd wordt door percepties, zijn kosten een belangrijk obstakel voor het gebruik van de hub. Een tariefstelsel dat beantwoordt aan de behoeften van leveranciers zou daarom zeer welkom zijn.
Serviceniveau
De verlaagde bezorgfrequentie kan gevolgen hebben voor het serviceniveau en leveranciers willen serviceactiviteiten voor een deel liever zelf uitvoeren.
Conclusies, beleidsaanbevelingen en richtingen voor toekomstig onderzoek
Leveranciers zijn bereid hun distributie te verduurzamen. Door gebruik te maken van een hub zou de duurzaamheid en leefbaarheid (op de campus) kunnen worden verbeterd. Er zijn echter een aantal factoren (kosten, niet bij elkaar aansluitende bedrijfsprocessen, gebrek aan IT-infrastructuur en problemen op het gebied van risico en verantwoordelijkheid) die deze mogelijkheid minder aantrekkelijk maken. Door deze factoren afdoende aan te pakken en het gebruik van een hub als eis te stellen, zou het hub-gebruik kunnen worden gestimuleerd. Ondertussen streven sommige leveranciers er echter naar hun eigen wagenpark duurzamer te maken. Om emissievrij transport en bundeling te realiseren, adviseren wij daarom het gebruik van een hub als eis op te nemen in aanbestedingen.