Duurzame bevoorrading Campus Heijendaal

Een vooronderzoek

Campus Heijendaal in Nijmegen huisvest het Radboud UMC, de Radboud Universiteit en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Tienduizenden studenten, patiënten, bezoekers en medewerkers gaan dagelijks naar de campus, evenals de goederen die nodig zijn voor onderzoek, behandeling en onderwijs. Dit leidt tot verkeersopstoppingen en heeft negatieve impact op milieu en leefbaarheid. De drie instellingen op Campus Heijendaal willen hier gezamenlijk verbetering in aanbrengen. KennisDC Logistiek van de HAN brengt in dit vooronderzoek de mogelijkheden in kaart. Achteraf blijkt dit een belangrijke eerste stap in het opzetten van de samenwerkingsovereenkomst en het NWO living lab onderzoek.

Context en relevantie

Dit artikel beschrijft de resultaten van een verkennend onderzoek naar mogelijke voordelen bij samenwerking in de bevoorrading van het Radboudumc, de Radboud Universiteit en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen op campus Heijendaal in Nijmegen. Het onderzoek is uitgevoerd door het KennisDC Logistiek Gelderland in samenspraak met de drie instellingen en de gemeente Nijmegen.

Onderzoeksvraag

Wat zijn mogelijke voordelen bij samenwerking in de bevoorrading van het Radboud UMC, de Radboud Universiteit en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen op campus Heijendaal?

Onderzoekaanpak

Het doel van dit onderzoek is inzicht verkrijgen in de omvang en uitvoering van de logistieke stromen in en op campus Heijendaal om een eerste indicatie te krijgen van mogelijke voordelen die te behalen zijn door in overleg met elkaar de logistiek anders te organiseren. Daarvoor is onderzocht (1) hoe de huidige goederenstromen lopen en (2) welke alternatieve logistieke concepten daarbij zouden kunnen aansluiten. Hiertoe is een literatuurstudie uitgevoerd, is de interne logistiek op hoofdlijnen in kaart gebracht en zijn de goederenstromen op de campus gedurende een week geteld.

Resultaten

Algemeen  

Begonnen is met een literatuurstudie naar duurzame last mile logistiek met daarin speciale aandacht voor een eerder soortgelijk initiatief in Amsterdam. Daarna zijn in april 2018 een week lang bevoorradende voertuigen op de campus geteld door HAN studenten. Een levering is daarbij gedefinieerd als één bezorging op een bepaald adres en zou dus uit meerdere bestellingen kunnen bestaan. De resultaten van de tellingen laten zien dat

  1. Een groot deel van de transporteurs verantwoordelijk is voor een klein deel van de leveringen.
  2. Een klein deel van de transporteurs verantwoordelijk is voor een groot deel van de leveringen.
  3. Ruim 80% van de transporteurs doet in de tel-week slechts één levering.
  4. De 20% transporteurs met meerdere leveringen in de tel-week komen daarvoor vaak meerdere dagen en met meerdere voertuigen op dezelfde dag naar de campus (soms zelfs naar dezelfde locatie).

Ook de interne logistiek van de drie instellingen is onderzocht. Hieruit blijkt dat het inkoopgedrag van medewerkers van de instellingen (decentraal en ‘just in time’) mede verantwoordelijk is voor  het grote aantal niet gebundelde leveringen. 

De observaties suggereren dat er mogelijkheden zijn om het aantal vervoersbewegingen op de campus te reduceren door leveringen (verder) te bundelen in voertuigen en in tijd. Dit kan door bundelen bij de bron, een gebundelde last mile door gebruik van een stadshub en door aanpassingen in het inkoopgedrag (leverfrequentie reduceren, aantal leveranciers reduceren, duurzame logistiek in aanbesteding eisen).

Impact op doelen living lab

Dit vooronderzoek heeft de problematiek van de last mile bevoorrading op de campus in kaart gebracht en laat een verbeterpotentieel in termen van duurzaamheid en leefbaarheid zien. Hoe groot dit verbeterpotentieel is, hoe het benut kan worden en wat de gevolgen voor kosten en servicegraad zijn, zal in de vervolgonderzoeken worden bekeken.

Conclusies, aanbevelingen en vervolgonderzoek

Dit vooronderzoek laat duidelijk zien dat er kansen liggen op campus Heijendaal om de duurzaamheid en leefbaarheid te vergroten door de bevoorrading anders aan te pakken. Het grote aantal ongebundelde leveringen en het grote aantal transporteurs dat in deze studie is geteld, kan door bundeling in voertuigen en in tijd en door duurzamer inkopen worden gereduceerd. Verschillende stakeholders hebben daar bij een rol:

Ontvangers

  • aanpassingen in het inkoopgedrag (leverfrequentie reduceren, aantal leveranciers reduceren, duurzame logistiek in aanbesteding eisen)
  • samenwerking opzoeken met nabij gelegen ontvangers (gezamenlijke leveranciers, gezamenlijke hub)

 

Leveranciers

  • leverfrequentie reduceren,
  • gebundeld en zero emissie leveren via stadshub,
  • bundelen bij de bron (samenwerken met leveranciers met dezelfde klanten)

 

Stadshub

  • DC functie voor last mile bundeling aanbieden

 

Logistiek dienstverleners

  • Bundeling in first mile en last mile

 

Aanbevolen is bovenstaande oplossingen nader te verkennen. Dit wordt inmiddels ook gedaan in het living lab Heijendaal, waarvoor de drie instellingen een samenwerkingsovereenkomst hebben opgesteld en het KennisDC Logistiek van de HAN een NWO subsidie heeft ontvangen.